Interview met Tim Maurizio Dullaart, studentenraadslid Hogeschool Leiden

“Medezeggenschap is een mooie manier om als student daadwerkelijk iets te betekenen”

Tim is vijfdejaars informaticastudent aan de Hogeschool Leiden en actief lid van de studentenraad. Wat hem onderscheidt? Zijn enthousiasme voor medezeggenschap en zijn vermogen om met iedereen het gesprek aan te gaan. “Binnen mijn studie ben ik een beetje een vreemde eend in de bijt, ik ben sociaal,” zegt hij lachend.

Wie is Tim?

Tim is 22 jaar en woont in Leiden. Naast zijn studie werkt hij parttime bij de Albert Heijn. In zijn vrije tijd houdt hij zich bezig met gamen, fotografie en, verrassend genoeg, het verzamelen van badeendjes. Zijn interesse in organiseren en vertegenwoordigen werd aangewakkerd tijdens een bestuursjaar bij zijn studievereniging. “Ik vond het leuk om een vereniging inhoudelijk mee te sturen. Je leert er veel van, zowel organisatorisch als persoonlijk.”

De weg naar medezeggenschap

Zijn eerste kennismaking met medezeggenschap ontstond tijdens een eerdere verkiezingsronde, toen een aspirent raadslid hem aansprak om te stemmen. “Ik dacht: dat lijkt me eigenlijk best interessant. Ik geef graag mijn mening, en het leek me waardevol om die ook in te zetten namens andere studenten.” Inmiddels is Tim bezig met zijn eerste jaar in de centrale studentenraad, en hij is gemotiveerd om zich ook de komende jaren in te blijven zetten.

“Ik wil graag in gesprek blijven met studenten, horen wat er leeft en proberen daar iets mee te doen. Ik ben vaak te vinden in de bar of bij studieverenigingen om die verbinding te houden. Medezeggenschap is voor mij niet alleen stukken lezen, maar ook mensen opzoeken en actief betrekken.”

Medezeggenschap op de hogeschool

De Hogeschool Leiden werkt met een ongedeeld stelsel, met een ondernemingsraad (OR) voor personeel, een studentenraad (SR) voor studenten en een gezamenlijke vergadering (GV) voor gedeelde onderwerpen. “Ik vind dit stelsel goed werken. Iedere raad heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Studenten houden zich bijvoorbeeld bezig met het studentstatuut of inschrijvingsregelingen, terwijl de OR zich richt op HR-beleid. In de GV komen we samen wanneer het overkoepelende thema’s betreft, zoals de begroting.”

Wat hem aanspreekt, is dat beide geledingen hun eigen ruimte hebben om invloed uit te oefenen. “Het voorkomt dat je met twintig mensen aan tafel zit bij het College van Bestuur. Door apart met hen in gesprek te gaan, voer je vaak een beter, persoonlijker gesprek.”

Leren door te doen

Volgens Tim is medezeggenschap soms ook zoeken. “In het begin vond ik het lastig om mezelf goed neer te zetten of mijn punt overtuigend over te brengen. Maar dat gaat steeds beter. Ik merk dat ik groei in het voeren van gesprekken, zeker in formele overleggen.”

Een onderwerp dat hem bezighoudt is het bespreekbaar maken van vergoedingen voor raadsleden. “Dat is een gevoelig onderwerp, omdat het al snel lijkt alsof je iets voor jezelf regelt. Terwijl het juist belangrijk is dat medezeggenschappers goed gefaciliteerd worden. Richting het einde van het jaar merk je dat de energie soms verslapt, en dan is het lastig om dit soort zaken nog op de agenda te houden.”

Toch zijn er ook concrete successen. Zo werd onlangs een voorstel aangenomen om de standaard inschrijfbrief voor nieuwe studenten – bedoeld voor hen en hun ouders – voortaan ook in het Engels beschikbaar te stellen. “Een klein voorstel, maar het werd meteen overgenomen door het College van Bestuur. Zo merk je dat je echt iets kunt betekenen voor studenten.”

De waarde van medezeggenschap

Voor Tim staat één ding vast: medezeggenschap moet blijven bestaan. “Zeker in het hoger onderwijs zijn bestuurders vaak ver weg van de dagelijkse leefwereld van studenten. Medezeggenschap biedt een manier om in gesprek te gaan met studenten die niet zijn geselecteerd of vooraf gefilterd.”

Hij erkent dat het systeem soms omslachtig en bureaucratisch kan aanvoelen, maar ziet vooral de kansen: “Als je je rol serieus neemt en ook echt de ruimte krijgt, dan kun je als student wezenlijk invloed uitoefenen. Het is een waardevol instrument – voor studenten, maar ook voor de instelling als geheel.”